Om 09.00 trekken Heine en ik erop uit om een stukje aan de nieuwe SOP-tocht te gaan breien. De weersverwachtingen zien er goed uit en ik ben voldoende hersteld van de vorige inspanning. De verkoudheid van de laatste dagen schijnt ook op zijn retour te zijn, dus er is eigenlijk niets wat ons tegen kan houden. Het eerste stuk van de route is natuurlijk 'ouwe koek', dat is inmiddels al verschillende keren gelopen. Dus tot aan de Merwedekade in Dordrecht niets nieuws onder de zon. Het is rustig in de stad en ik heb alle tijd om wat plaatjes te schieten. Heine begrijpt er niets van en wil alleen maar doorlopen, doch heeft de opdracht om bij mij te blijven. Als een schaduw volgt hij mij. Als ik sta, staat hij ook stil en als ik mij in beweging zet, gaat hij ook weer verder. Ter hoogte van het veer, waar vandaan de fast ferries vertrekken, we hebben er inmiddels vijf kilometer opzitten, stel ik voor om ergens iets te gaan drinken. Vlakbij zie ik een geschikte gelegenheid, waar het licht naar buiten straalt, dus 'open' is. Bij binnenkomst zie ik meteen dat dit precies in mijn straatje past. Schoon en licht en prijzen die 'vooroorlogs' zijn. Wij nemen ons gebruikelijke recept van voor mij thee en voor Heine zijn colaatje. De beheerster is een spraakzame dame en weet bijna op al mijn vragen een antwoord. Zo kom ik te weten dat er een simpeler weg naar de Papendrechtsebrug is dan ik mij had voorgesteld. De kunst is om haar uitleg te onthouden. Afijn, we zijn op verkenning en dan zien we wel hoe het uitpakt. Ik schiet nog een paar keer een argeloze burger aan met de vraag hoe ik via de leukste route bij de Papendrechtsebrug kan komen. De een kijkt mij aan alsof hij water ziet branden. Een ander geeft mij uitleg, waarvan ik het idee krijg dat ik nog kilometers heb te gaan. En de derde weet te vertellen dat er maar één weg is en dat lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Intussen lopen we steeds verder langs een drukke verkeersweg en komen steeds dichter bij het doel dat ik me gesteld heb. Erg aanlokkelijk lijkt het mij niet, dus als we bij de oprit naar de brug rechtsomkeert maken, vraag ik het voor alle zekerheid nog eens aan een jonge vrouw met een wandelwagen, die bij de bushalte staat te wachten met een brandende sigaret tussen de vingers. Zij geeft mij de informatie waar ik naar op zoek ben, een wandelpad langs het Wantij. Zonder mankeren lopen we zo terug naar de stad. En ik moet hier vaak terugdenken aan de kortelings overleden, Fred van der Pol, die zijn wandelroutes ook hier langs liet gaan. Als we op de Merwedekade terug zijn, is het weer tijd voor een moment van rust onder het genot van een glas thee. Ik ben weer enkele kilometers verder gekomen op 'mijn' tocht voor september 2016. Het begint te groeien, een derde is gereed. De rest komt een volgende keer aan bod. Na ons intermezzo lopen we het laatste uur terug naar huis en kunnen we een prachtige wandeldag afsluiten met een enthousiast verhaal over de route en de vele ontmoetingen om het geheel af te sluiten met een welverdiend, iets verlaat middagtukje, Quirinus. |