Keek ik er in vroeger jaren naar uit om zoveel mogelijk kilometers te maken op een tocht, is dat nu wel anders en zoek ik het meer dicht bij huis. Dus is het niet de 'Bossche 100' maar wordt het Rhoon waar ik voor kies. Heine gaat graag met mij mee en ook Theo sluit zich bij ons aan. Bij aankomst in Rhoon valt de belangstelling meteen op. Bestuurders die een plekje zoeken voor hun bolide. Overal staat het mudvol, maar uiteindelijk lukt het ons nog een gaatje te vinden. We zijn niet te laat, maar aan de late kant. Het inschrijfbureau staat nog vol met inschrijvers voor deze tocht. Ik maak er niet veel woorden over vuil en binnen de kortste keren staan we weer buiten, het is tien over negen, om aan de wandeling te beginnen. Het weer laat zich van een goede kant zien met een zonnetje dat door de bewolking probeert te komen. En de wind valt tot nog toe ook mee. Volgens de kenners op dit gebied zal het later pas komen. Nu Theo erbij is, voelt Heine zich vrij om zijn eigen gang te gaan en loopt dan algauw een honderdtal meters voor ons uit om bij elke koersverandering toch even achterom te kijken of we hem wel volgen. Rhoon is mij niet onbekend. Al vele malen ben ik hier geweest. Ook de grienden heb ik al van alle kanten doorkruist, dus ik verwacht niet voor verrassingen te komen staan. Trouwens, een pijl is hier niet gauw te missen. Met dik krijt staan ze op het wegdek gekalkt en ik zeg nog tegen Theo dat mijn goede vriend, Ludo, daar bezig is geweest. Ook zonder deze krijtaanwijzingen is het moeilijk om verkeerd te lopen, want de stoet mensen is haast aaneengesloten. We hoeven slechts te volgen. We lopen een, voor mijn gevoel, stevig tempo en ik vrees dan ook dat dit op een later tijdstip mij zal bezuren. Nog altijd heb ik niet aangeleerd om mij in te houden en elke keer weer trap ik erin. En ik ben dan ook blij als Theo voorstelt om de rust bij PSV 'Poortugaal' niet over te slaan, zoals eerst de bedoeling was. Hier kan ik onder het genot van een bakkie thee weer op verhaal komen. Er zijn er meer die er zo over denken. Na de rust van een tiental minuten pikken we de route weer op en gaan onverstoord verder. Een paar kilometer verderop komen we bij de jachthaven en zien we wat de winter heeft achtergelaten in de vorm van ijsschotsen langs de waterlijn. Heine trekt zijn bontmuts nog iets verder over zijn oren bij het zien van dit ongerief. Niet veel later lopen we de bekende grienden binnen. De schelpenvoetpaden zijn goed te belopen. Nog niet echt blubberig als in voorgaande jaren. Jammer dat het zo druk is. Ik krijg amper de gelegenheid om foto's te maken. Doorlopen lijkt het motto hier te zijn. Vrijwilligers zijn druk in de weer om de wilgen te knotten. Grote bossen rijshout liggen te wachten om weggesleept te worden. Heine legt aan diverse mensen uit hoe het knotten in zijn werk gaat. Uitvoerig gaat hij op de details in, daarbij niet vergeten te zeggen dat hij ook verschillende diploma's op dat gebied op zak heeft. Voor mij komt nu het moment van 'de man met de hamer' als gevolg van het 'harde lopen' en zoek dan ook rust op bankjes of leunend tegen de stammetjes. Heine kijkt zorgelijk en blijft angstvallig dicht in de buurt. Theo heeft een ontmoeting met een oud-collega en is verder van ons weg gelopen. En de rustmomenten voor mij worden steeds veelvuldiger. Niet dat ik erover klaag, niets is minder waar. Ik zoek mijn plekjes wel uit en kom zodoende in gesprek met verscheidene dames die ook geen haast hebben. Heine kijkt op afstand toe of ik hem wel volg. Eindelijk komen we weer binnen de bebouwing en zijn er meer obstakels om even een pauze in te lassen. De laatste kilometer duurt dan ook lang. Om twaalf uur zijn we na tien kilometers terug bij de sporthal en verwachten daar Theo vol ongeduld op ons wachten, maar al wie we zien, Theo is er niet. Een telefoontje leert ons dat ons maatje ondanks de goede bepijling ergens verkeerd is afgeslagen en op een dwaalspoor is geraakt. Drie kwartier wachten we op hem en in die tussentijd heb ik een ontmoeting met mijn oude vriend, Ludo. Het is tegen enen als we bij de auto terug zijn en op huis af kunnen gaan. Quirinus. |