Vanwege de winterse perikelen gingen we eigenlijk iets te laat van huis en konden we niet met de grote hoop aan onze wandeltocht beginnen. Van de ene kant misschien een tegenvaller, maar van de andere kant zaten we nu niet zo in het gedrang en het ellebogenwerk van de snelle lopers, die kosten wat kost als eersten weg willen. We hoefden nu in elk geval niet lang te wachten om in te schrijven en stonden vijf minuten na aankomst weer buiten. Met Heine, ingepakt als een noordpool verkenner, aan mijn zijde gaan we het avontuur tegemoet. Na enkele straten uitgelopen te hebben, komen we in het grote donkere bos. Maar in plaats van door modder verrast te worden, komen we in grote groepen sporters van 'Sprint', een atletiekvereniging, terecht. Een aantrekkelijke jonge dame raakt met mij in gesprek en na mij gevraagd te hebben wat we aan het doen zijn, vertelt zij honderduit over haar activiteiten in haar sport. Haast ongemerkt hebben we ons tempo aangepast aan haar snelheid en daardoor kom ik in de problemen en voel een zeurende pijn in de onderrug. Na haar vriendelijk gedag gezegd te hebben, zakken wij terug in onze gematigd tempootje, maar het leed is reeds geschied. Bij No.15 vergeten we rechtsaf te slaan en lopen daardoor veel te ver rechtdoor. Eer we het door hebben zijn we al een heel stuk afgedwaald. Maar niet getreurd, we gaan gewoon terug. Het is niet anders. En het is mooi weer met zelfs af en toe de zon die door de wolken heen probeert te breken. Hoewel ik er vaak genoeg op aandring, Heine blijft stug aan zijn winterse kleding vast houden. Muts ver over zijn oren en handschoenen tot aan zijn ellebogen. Na een kilometer of wat komen we bij de Heldreef, een pad dat zijn naam eer aan doet, uit. Het wordt glibberen en glijden. Zoveel mogelijk tracht ik de grootste plassen en modderstromen te ontwijken door op een acrobatische manier van de ene kant naar de andere te springen. Soms baan ik mij zelfs een weg door het struikgewas om maar niet door de blubber te hoeven. Heine trekt zich min of meer nergens iets van aan en loopt zo goed en zo kwaad als gaat, rechtdoor, zodat de modderspatten tot in zijn kruis doordringen. We overleven deze hindernis en komen na een poos in de bewoonde wereld en even later bij de rust op de Effenseweg. Er is nog maar acht kilometer afgelegd, maar ik heb het gevoel dat ik de halve wereld rond ben gekomen. Ik zoek een droog plekje op één der banken en geniet van een mij toekomende rust. Heb ik onderweg al vele bekenden ontmoet, tijdens de rust zijn het er nog veel meer. Met een echtpaar uit Etten-Leur kom ik in gesprek, waardoor de rustpauze iets uitloopt en Heine al ongeduldig geworden, maant mij om op te staan en de tocht te vervolgen. En hier blijkt dat Breda meer te bieden heeft dan bos. Onze afstand scheidt zich af van de rest en we krijgen een landschap voorgetoverd van berijpte weilanden die in de inmiddels helder schijnende zon schitteren en vol van glinstering zijn. Op enige afstand lopen de runderen met dikke vachten en vervaarlijk uitstekende hoornen. Toch is het ook hier oppassen om niet onderuit te gaan, want bevroren plassen zijn spiegelglad. Doch wij zijn alert en laten ons niet verrassen. Hoewel ik er eigenlijk niet veel voor voel, wil Heine perse wel naar binnen om wat te eten. Dus slaan we bij de kantine van 'Sprint' linksaf en gaan zitten in de ruime goed verlichte gelegenheid. Hier kom ik in gesprek met een dame die mij in leeftijd nog met enkele jaren overtreft. Op haar 86-jarige leeftijd loopt zij nog regelmatig met behulp van haar stok routes door het hele land. Overal waar de trein en bus haar kan brengen. Het broodje croquet, dat Heine zich besteld heeft, is niet a la minute gereed en dus duurt het tot ruim een half uur eer we verder gaan op onze tocht. Het laatste deel van onze wandeling voert ons grotendeels over mooie droge bospaden om te eindigen in het stadsdeel waar de 'Schuttershof'' is gevestigd. Ik zijg op een stoel neer en Heine verzorgt het afmelden en stempelen van de wandelboekjes. We praten nog wat na met enkele bekende personen uit de wandelwereld en gaan dan voldaan naar huis. Quirinus. |