Hier klikken om te bewerken.
De Eerste Dag: Alida heeft de halve familie opgetrommeld om deel te nemen aan dit jaarlijkse evenement dat ooit voor kinderen in het leven is geroepen. Niet iedereen is ervoor te porren, maar voor een avondje willen zij dan wel meedoen. En omdat ik voor de inschrijving moet zorgen, zwartlopen is bij mij uit de boze, probeer ik erachter te komen voor hoeveel personen het moet zijn. Dubbel betalen is ook weer niet nodig, dus na veel optellen en weer aftrekken kom ik op 6 personen. Oma zorgt ervoor dat er vroeg gegeten wordt, zodat Sheila en Remy ook aan kunnen schuiven en om kwart over zes lopen we op het gemakje naar de Parklaan waar nabij het zwembad de start zal plaatsvinden. Precies half zeven krijgen we de startknip en gaan we met ons zevenen, Marjolein is er op het laatste moment nog aan toegevoegd, als groep op weg. Heine heeft de routebeschrijving en zal ons de weg wijzen. En het foto's maken laat ik aan de anderen over. Er is afgesproken dat ik het tempo mag bepalen en dat we bij elkaar in de buurt zullen blijven. Het weer is drukkend warm, maar van regen- of onweersdreiging is geen sprake. Al gauw na vertrek is de splitsing tussen de twee afstanden, de vijf kilometer linksaf en wij, de tien kilometer rechtsaf in de richting van Oudelands Ambacht. Meteen al blijkt onze stratenkennis niet bijster groot te zijn en lopen we te zoeken naar straatnaambordjes om niet te hoeven dwalen op nog geen kilometer van huis. We komen er niet uit en dus vraag ik het maar eens aan een bewoner. Vanaf de Beethovenlaan gaat het iets soepeler en dat niet alleen omdat ik de taak van gids van Heine heb overgenomen, maar meer omdat we het stratenparkoers achter ons gelaten hebben en het buitengebied van Zwijndrecht zijn ingegaan. We kunnen nu ook meer aandacht besteden aan het ons omringende natuurschoon. Hoewel we in Oudelands Ambacht verrast zijn door een pracht aan goed onderhouden tuinen, houd ik toch meer van wat de flora ons in het wild te bieden heeft. Het hoog opgeschoten fluitenkruid in de berm, het zacht ritselende riet aan de oevers van de sloten en de glinstering van de zich ronddraaiende wilgenblaadjes. Daarbij laten de diverse vogels zich ook meer zien. De zwanen pronkend met hun kroost, de herrie schoppende waterhoentjes en verder de over onze hoofden scherende zwaluwen op jacht naar muggen. Dit alles een lust voor het oog. We volgen de route door het natuurgebied, de Munnikendevel, om uit te komen op de Lindenweg. Mijn pas wordt steeds kleiner en steeds vaker sta ik even stil. De warmte is verstikkend en veel wordt er niet gesproken. Naar schatting zijn we nog maar halverwege als ik even op een uitnodigende bank neerzijg en het nog af te leggen traject doorneem, waarbij ik tot de conclusie kom dat het op deze wijze wel tot half tien kan duren eer we terug zijn. Ik uit mijn bezorgdheid en raad mijn medeploeggenoten om door te lopen. Ik vind mijn weg wel. Maar daar willen zij niets van horen. Samen uit, samen thuis. Vooral Alida maakt zich zorgen, niet om de tijd, maar om mijn gezondheid en heeft intussen Vinkie al gebeld om mij op te halen en thuis te brengen. En terwijl de rest doorloopt, stap ik in de Corvet en wordt met brullend motorgeluid naar huis tot voor de deur gereden. Ma is niet thuis, zij staat nog ergens langs de kant met drinken en snoepjes ons op te wachten, dus vraag ik Be Linda, onze buurvrouw, of ik bij haar mag wachten. En hiermee is het verhaal over de eerste Avondvierdaagsedag afgelopen. Morgen is een andere dag en dan zie ik wel weer. De Tweede Dag: Naarmate de dag vordert, voel ik mij beter en in staat om aan de tweede rit te beginnen, dus om half zeven sta ik met mijn ploegje en Conny als gastloopster klaar om de startknip in ontvangst te nemen. De knippers laten het afweten en dus gaan we er zonder knip vandoor. Heine is ons al voor gegaan. Zo gauw we de Parklaan uit zijn, zijn we ook van het kindergejoel, waar Alida zo slecht tegen kan, kwijt en kunnen we zien waar we lopen. Van te voren heb ik het traject doorgenomen en ik weet wat mij te wachten staat. Na het Pietermanviaduct met zijn steile helling voel ik het al, dit gaat het niet worden vandaag. De damp slaat van mij af en mijn aanvankelijk mannelijke pas gaat over in het een soort van geslenter. Het duurt even, maar dan is het zo ver dat ik rust moet nemen. Ik zit in een ernstig dilemma. Wat moet ik doen? Stoppen of doorgaan. De gezondheid in de waagschaal stellen of het wandelen blijven beoefenen. Ik weet immers niet wat de oorzaak is van de benauwdheid. Ik besluit om te stoppen en Alida weet wel iemand op te trommelen om mij thuis te brengen. Nog geen twee kilometer gelopen vandaag. Nog minder dan gisteren. De Derde Dag: De dokter heeft blijk gegeven dat hij met mij geen raad weet en heeft mij doorverwezen naar een longarts, maar voorlopig ben ik nog niet aan de beurt. Als gevolg hiervan voel ik mij niet in staat om vandaag de wandelschoenen aan te trekken. Ook niet nu Annarina als gastloopster is overgekomen. Van de weeromstuit laten Sheila en Remy het ook afweten, dus het groepje is geslonken tot drie deelnemers. De Vierde Dag: Ik ben er nog slechter aan toe dan de voorgaande dagen en ik ben niet eens in staat om bij de intocht te gaan kijken. De burgemeester zal tevergeefs naar mij uitkijken. Het gebruikelijke bloemetje breng ik hem wel een andere keer. Vandaag is alleen Sheila en ook Heine aan de start verschenen en zij lopen de tocht goed uit. Ik zal tot volgend jaar moeten wachten. Hiermee besluit ik het verslag van deze Zwijndrechtse Avondvierdaagse. Quirinus. |