Zonder vast doel trekken we er zaterdagochtend op uit. Het is koud en dat is vooral aan Heine's kleding goed te zien. Een bontmuts tot ver over zijn oren en handschoenen tot aan zijn ellebogen. Alida en ik zijn iets minder opzichtig ingepakt, maar niet minder effectief. Nagezwaaid door Ma gaan we via het 'tussenpad' in de richting van het Develpark. Het is ruim negen uur en de zon is nog net niet zo ver dat hij boven de bebouwing uitkomt. Het gras in het openbare groen is witberijpt en op de sloten rondom het park ligt een flinterdun ijslaagje. De bomen, bladerloos, steken als lange armen in de ijle lucht. Veel volk treffen we nog niet op straat. Slechts een enkeling die zich op dit uur buiten waagt. Onze adem is in de vorm van wolkjes zichtbaar. Een beetje onwennig lopen Alida en ik naast elkaar en proberen een gesprek gaande te houden. Heine hebben we vooruit gestuurd. Verscheidene foto's worden geschoten, want de winterse taferelen lenen zich er uitstekend voor. Het volgende park is het Molenvlietpark waar we het rijk ook alleen hebben. Over de met bladeren bedekte paden stiefelen we voort. Ondanks het vroege uur is het erg rumoerig, want de noordoosten wind drijft het verkeerslawaai van de A16 en de Drechttunnel naar ons toe. In het hierop volgende Develbos, dat nog enigszins drassig is door de regen van de afgelopen periode. Af en toe zakken we er dan ook tot de enkels in. Alida kijkt mij bezorgd aan. Houdt zij haar voeten droog, lijkt zij zich af te vragen. Achteraf denk ik dat we een andere afslag hebben genomen dan eerst mijn bedoeling was. We bereiken met droge voeten de Kijfhoek en bewonderen voor de zoveelste keer het monumentale bouwwerk dat nu schittert in de laagstaande zon. Hier staan we een moment stil om te overleggen wat verder te doen, maar eensgezind is het antwoord, dat het mijn tocht is en het zelf moet weten. Dus kies ik ervoor om nogmaals de Develoever langs te gaan. De eenden, reigers en ander watergevogelte rumoert in het riet. Af en toe schrikt er een op en schiet met luid gefladder het brede water op. Daar waar het ijs dik genoeg is, proberen de eenden een plekje in de zon te vinden om zich daarin te koesteren. Op het eind, daar waar het pad afbuigt naar het bos, is ter linkerzijde een brug. Op vorige wandelingen lag deze brug verscholen in het groen, maar ik wist lang dat hij daar lag. Door nieuwsgierigheid gedreven, vraag ik mijn maatjes of zij het erg vinden om erover te gaan. Maar nog steeds houden zij vol dat ikzelf moet weten hoe te gaan. Voorzichtig betreden we het brugdek dat met een hoge boog de Devel overspant. Gladheid is niet denkbeeldig met deze buitentemperatuur. Maar het gaat goed en zonder botbreuken bereiken we de overkant, waar een schimmig pad ons terugleidt langs de andere oever. Halverwege schiet het mij te binnen dat ik destijds, in de tijd dat ik nog voor WS'78 tochten uitzette, ook hier geweest ben. Het is dan ook echt een pad voor die club. Schuifelend en soms wat bedenkelijk kijkend loopt Alida achter ons aan. Tot we op een verhard pad uitkomen en langs de spruitjes in de richting van de Lindeweg lopen. In de schaarse weitjes staan de schapen dik in de wol ons aan te staren alsof we buitenaardse wezens zijn. Vooral het lopen over het schimmige pad heeft mij erg vermoeid en af en toe sta ik stil om op adem te komen. Bij de Lindeweg overleggen we nog eens wat te doen, maar weer schuiven ze het mij in de schoenen, dus dan maar verder in de richting van de manege over iets gmakkelijker paden. In de manege, na een negental kilometers en onder het genot van een drankje, te midden van meiden in strakke broeken en getooid met zweepjes, kwamen we tot rust. Nu was het nog een kwestie van een leuke route zoeken om thuis te komen. In Zwijndrecht is deze opgave niet zo moeilijk. Waar je ook maar gaat, is het mooi. Dus kiezen we voor het Develpad en Develpark om terug te lopen. Al met al hebben we ons best vermaakt en is er genoeg om over na te denken. Misschien komt het mij nog eens te pas bij het uitzetten van een volgende SOP-tocht. Voorlopig is het nog niet zo ver, maar schrijf 27 september alvast in je agenda. Quirinus. |