Na het succes in de Apeldoornse Vierdaagse en de week rust erna voel ik mij in de juiste stemming om eens iets meer te doen. Ook Heine heeft wel zin in een fikse wandeling, dus ingrediënten genoeg om de route van de '3e Mooi Zwijndrecht' op te pikken om te zien of er nog iets aan veranderd moet worden. Even na acht uur, de buurt is nog stil, staan we geparkeerd bij de toekomstige startplaats, Xiejezo in de Grote Beerstraat. We sluiten alles goed af, stellen de GPS in en zetten om kwart over acht de eerste stappen in de richting van onze buurgemeente, Hendrik Ido Ambacht. De naam is langer dan het dorp eigenlijk voorstelt, maar de herinneringen eraan zijn legio. Heel wat wandelavonturen heb ik er meegemaakt. Het eerste stuk van de route, je komt er niet onderuit, is bekend. En vanwege de begraafplaats te linkerzijde is het er stil. Heine zegt van nature toch al niet veel, alleen als het hem uitkomt. Algauw passeren we de gemeentegrens en kunnen we ons vergapen aan de groene schoonheid van onze oosterburen. Niet alles is aangeplant, er is ook veel aan Moeder Natuur overgelaten. Af en toe moeten we opzij voor een enkele hardfietser die op tijd moet zijn om de winkel te openen of te bemannen. Ook de hardlopers geven we de ruimte. Zij lopen zich in het zweet om iets van het overtollige vet eraf te krijgen. De lichaamsgeur die rond hen hangt is er niet één om graag in te ademen. Bij sommigen is de laatst genoten avondmaaltijd nog duidelijk herkenbaar.Heine loopt trouw, zoals zijn moeder hem heeft opgedragen, aan mijn zijde. In de Sandelingen, een gebied dat er nog enigszins woest bijligt en waar honden min of meer vrij spel hebben, lopen wij op de voor de baasjes aangelegde grindpaden. Hier heb ik geen kind aan mijn maatje, want elke hond kan minstens op een aai van hem rekenen. Zelf heb ik meer oog voor het uiterlijke schoon van de eigenares, die erop uitgestuurd is, terwijl het 'baasje' nog ligt te ronken op zijn vrije zaterdagochtend. Ik ben in een jolige bui en begroet een ieder met een vrolijk 'goedemorgen'. Eén dezer ochtendschoonheden is kennelijk in blije verwachting en nadat ik haar begroet had, voeg ik eraan toe dat de toekomstige vader wel een bijzonder gelukkig mens moet zijn. Hetgeen zij met een glimlach en knik schijnt te bevestigen. Als we de dorpskern genaderd zijn, is het een andere dame die met mij in gesprek wil. Een prachtig onderhouden boerenhofstede met een tuin vol bloemenpracht is het onderwerp van gesprek. Maar van het één komt het ander. En binnen de kortste keren heeft zij haar ziel blootgelegd en weet ik veel van haar verleden en haar verlangen naar Zwijndrecht. Ik hoor haar aan en geef haar op veel punten gelijk in de hoop van haar verlost te raken. Uiteindelijk is het zo ver en kunnen we verder. Vinden even verderop de geplande caférust teloor gaan. We zijn te vroeg. Er zit niet anders op dan door te lopen naar de waterbus in de hoop een half uur eerder de Noord over te steken. Maar het onvermijdelijke gebeurt, we zien de waterbus voor onze neus van kant steken en kijken we in het kolkende schroefwater. Er zit niet anders op dan te wachten op de volgende verbinding, een half uur later. Tijdens deze rustperiode vermaken we ons best met het bekijken van de verschillende vaartuigjes die langs ons varen. Ook enkele grote, sommige diepgeladen, vrachtschepen trekken onze aandacht. Ook de na ons aankomende passagiers, waarvan enkelen wel erg sober gekleed zijn, ontkomen niet aan onze belangstelling. Aan hun onderlinge conversatie is te merken dat het toeristen zijn die ons land op een originele manier, de fiets, aan het ontdekken zijn. Onze waterbus is ook nog eens om en nabij een kwartier te laat, zodat het verplichte rusten nog een verlenging krijgt. Heine is helemaal in extase als de waterbus met ronkende motoren ons de rivier overbrengt. Zo te zien is het wel de moeite waard om dit onderdeel erin te houden. Een alternatief is om via de Alblasserdamse brug het water te kruisen. Inmiddels is de lichte nevel helemaal opgelost en schijnt de zomerzon uit een staalblauwe lucht op onze bolletjes. Het is goed toeven in deze contreien. Natuurlijk vinden we de kantine op de Slobbengors op dit tijdstip gesloten, maar om de juiste route op de GPS te krijgen, moeten we er wel even naar toe lopen. Ook neem ik de gelegenheid te baat om de route hier nog iets aan te passen, waardoor hij iets logischer wordt. We blijven hier niet te lang stilstaan. Mede omdat een andere passant ons met argwaan opneemt en waar ik een smartphone in de hand wat verdacht vind. De politie op ons dak kunnen we ons niet veroorloven. Heine heeft van dit alles geen notie en vraagt steeds wanneer we gaan rusten. Even verderop weet ik nog een restaurant en daar wil ik naartoe, Het middaguur nadert reeds en we zijn al bijna vier uren op pad. Op het terras vinden we een prachtig plekje onder één der vele parasols, krijgen ons drinken aangereikt en genieten weer van een aangename rustperiode. We zijn halverwege en er wachten ons nog de nodige kilometers eer we terug zijn en de cirkel hebben rondgelopen. Voor mij begint nu pas de test. Het is al heel lang geleden dat ik mij aan deze afstand gewaagd heb. Juist als het tijd begint te worden om op te staan, krijgt Heine aandrang en duurt het even eer hij zich weer lekker voelt. En dan gaan we verder op onze route. Het uitzicht over het water, dat hier Merwede heet, doet iemand die op het water zijn brood heeft verdiend, goed. En ik kijk dan ook mijn ogen uit naar alles dat beweegt, zeilend, roeiend of met de motor. Ik wijs Heine erop, maar hij heeft er geen oog voor. Alleen de waterbus staat hem nog voor ogen. Trouwens Heine begint aan te dringen. Hij wil naar huis en het lijkt erop dat hij het mij kwalijk neemt dat het steeds later wordt. Voor we de oprit van de Merwedebrug opgaan, heb ik nog veel te zien. Prachtige geveltjes, auto's uit de oude doos en mensen die misschien wat te vertellen hebben. De brug, uit ervaring weet ik dat het een lang eind is, komen we ongeschonden over, maar aan mijn houding is te zien dat de kilometers gaan tellen. En bij de eerste de beste bank zijg ik neer en vraag Heine mij even met rust te laten. Ik sluit mijn ogen en zak weg in een lichte sluimer. Net op het moment dat ik in een diepere slaap zou verzinken, roept hij, die anders zijn mond niet open doet, of we nog verder gaan. Wreed verstoord spring ik overeind en neem de leiding langs het Wantij in de richting van de stad. Heerlijk is het om hier terug te zijn. Maar ik red het niet in één keer en met een gebaar van, die bankjes staan hier niets voor niks, plof ik weer voor een paar minuten neer. Zo gaat het door tot ik bij het buurthuis 'Centrum Sta Pal' met Heine naast mij naar binnen ga voor een langere rust dan enkele minuten. Een half uur later gaan we verder, de klok is de drie uur al gepasseerd, en we hebben nog een kleine 5000 meters te gaan. De route langs de Dordtse havens hoef ik niet te beschrijven, die moet je beleven. Onder de toren van de Grote Kerk ga ik zitten en luister naar het prachtige orgelmuziek dat over ons galmt. En ik haal boos uit naar Heine als hij nogmaals aandringt op verder gaan. Een slordig Engels sprekende toerist maakt een foto van ons met één der vele monumenten van de oudste stad van Holland op de achtergrond. We steken de Oude Maas via de Zwijndrechtse brug over en komen tenslotte precies acht uren na de start weer bij de auto terug. Ik heb het gefikst. Vijfentwintig kilometers in 5uur en 20 loopminuten. Niet gek, voor zo'n oude man. Quirinus |