Hier klikken om te bewerken.
Eerst heb ik nog mijn twijfels over de te lopen afstand, maar met Theo aan mijn zijde moet 15 km toch lukken. De laatste tijd gaat het alsmaar beter en als ik maar niet te hard van stapel loop is deze afstand niet te hoog gegrepen, denk ik. Bij aankomst in de voetbalkantine van Peursum ben ik lang niet de eerste. Het is er gezellig druk en velen komen mij bekend voor. Theo staat al te wachten, maar als om negen uur de routebeschrijvingen worden uitgedeeld, staat hij niet te dringen om weg te gaan. We wachten tot de topdrukte de deur uit is en dan gaan ook wij de glibberige trap af. Voorlopig lopen alle afstanden dezelfde kant uit en hoeven we niets anders te doen dan met de handen in de zakken te volgen. Het beloofd een mooie wandeldag te worden. De zon doet alle moeite om boven de bebouwing uit te komen en om het laatste restje gladdigheid naar de vergetelheid te smelten. We treffen het reuze en stappen er dan ook lustig op los. Iets te snel, omdat ik weet dat ik dat later moet bezuren, maar het loopt zo lekker. De straatnamen zal ik maar niet vermelden, daar hebben we niet veel aan, maar dat er lange stukken in zitten, zal u niet vreemd in de oren klinken. Wij doen het ermee en hebben voorlopig nog genoeg te kletsen ook. Uiteindelijk komen ook wij bij de grote tent van de Dordtse club, waar ons pannenkoeken in het vooruitzicht zijn gesteld. Eigenlijk ben ik meer geïnteresseerd in wat rust en kunnen de baksels mij gestolen worden. Nog niet zolang geleden ben ik volgestopt met macaroni en daar heb ik voorlopig genoeg aan. Theo brengt de thee en ik zoek een rustig plekje achterin waar ik niet steeds overeind hoef te springen om iemand te laten passeren. Maar lang mag ik van de rust niet genieten, want Theo dringt aan om verder te gaan, dus na een kleine twintig minuten lopen we de Neerpolderseweg op en komen na een poosje in de bewoonde wereld terecht. Een meisje van een jaar of tien loopt trots achter de kinderwagen te paraderen en laat graag haar kleine broertje, Ben, bewonderen. Vrouwen met volle boodschaptassen aan het stuur van de fiets slingeren ons voorbij als wij de Wilhelminastraat ingaan op weg naar de volgende rustplaats, het gebouw van W.S.V. De Gondeliers. Voor mij geen overbodige luxe, want ik heb het lood in de schoenen. Maar er is nog zo'n eind te gaan, nog ruim 6 km volgens de papieren. Tot overmaat van ramp lopen Theo en ik na de rust te ver door en komen bij de Spoorweg uit. Een paar bereidwillige tieners bieden aan om ons terug op de route te brengen, maar wij denken het zelf ook te weten en slaan de hulp af met het gevolg dat we er nog een stukje aan vast plakken. Maar goed, we komen weer op het juiste parkoers terecht, waar de eeuwenoude boerderijen liggen te glinsteren in de felle zon. Een voorjaarsdag is er niets bij. Enigszins gebroken ga ik steeds langzamer voort en menigmaal moet een extra rustje van enkele minuten worden ingelast. Theo is geduldig en blijft op mij wachten. Het duurt tot half twee en dan sta ik voor de vreselijke taak om de steile trap weer te beklimmen. Met moeite kom ik boven en kan ik opgelucht ademhalen. Ik heb het volbracht. Volgens de GPS zijn het 17,5 km geweest. Quirinus. |